Het vroegtijdig leren van talen
De gevoelige/kritische periode
Hoe jonger, hoe gemakkelijker kinderen een nieuwe taal verwerven. Tot de leeftijd van 6 à 7 jaar, leren kinderen een taal op een impliciete en natuurlijke wijze. Dit is te danken aan de sterke plasticiteit van hun brein. Het neuronale verbindingsnetwerk is zich op die leeftijd nog volop aan het vormen, waardoor de hersenen letterlijk een of meerdere nieuwe talen kunnen opnemen en dit zonder enige echte inspanning.
Bovendien is hun imitatievermogen maximaal tussen 4 en 8 jaar. Hierdoor beschikken ze over uitstekende capaciteiten om klanken en woorden met de juiste klemtonen en accenten na te bootsen.
Diverse taalkundigen en neurowetenschappers spreken dan ook van deze periode als de gevoelige periode voor taalontwikkeling. Sommige wetenschappers gaan zelfs nog een stapje verder en noemen het de kritische periode, vermits het na deze periode een stuk moeilijker is om een taal aan te leren.
Twee- of meertaligheid
Kinderen kunnen dankzij de grote plasticiteit van hun brein simultaan meerdere talen leren. De verschillende talen werken elkaar niet tegen, integendeel, ze versterken elkaar.